Corona De economie van straks
Nu alle pijnpuntenzijn blootgelegd
Een economische klap van deze omvang heeft Nederland
na de Tweede Wereldoorlog nooit meegemaakt. Het
coronavirus leert ons een lesje. Maar wat doen we ermee?
Het is tijd voor het wensdenken.
Dirk Bezemer
Het is 2045. De premier heeft zojuist de zweeftrein
Amsterdam-Groningen in gebruik gesteld.
Het is de voltooiing van een in 2024 ingezet project,
waarin elektrisch hogesnelheidsvervoer
aangelegd werd op alle hoofdaders van het
Nederlandse wegennet. Daarbuiten worden
pedelecs gebruikt die tot zestig kilometer per uur
halen; de veilige driewielervariant voor senioren
is bijzonder populair. De overbodig geworden
stroken asfalt zijn belegd met zonnepaneelfolie.
In Loon op Zand brandt een eeuwige vlam
(op zonnebloemolie) ter herinnering aan de
Corona Schok van 2020, het begin van het einde
van de fossiele economie. Die was – het valt niet
goed meer voor te stellen – georganiseerd rond
langeafstandsconsumptie. De Schok leidde tot
de anti-Vuvu-beweging (‘samen tegen Virussen,
Uitstoot, Vervuiling en Uitputting’), met
de Post-Corona Partij als politieke tak. In 2022
zette de pcp-coalitie de transitie in.
De twee miljoen hectare Nederlandse landbouwgrond
is grotendeels voedselbos geworden,
of vlasteelt voor de Bulgaarse textielproductie.
Alle vlees in de winkels is kweekvlees, het Westland
produceert op zonne-energie en waterstof,
87 procent van wat we kopen is Made in
Europe. De plasticproductie werkt op hergebruik
sinds de industriële toepassing van het Feringa-procédé
(hij kreeg er in 2039 zijn tweede Nobelprijs
voor). De grondstof wordt geleverd middels
statiegeld, plasticbelasting en aanvoer vanuit
plasticsoep-netten die sinds 2026 wereldwijd
in zee deinen. Nog slechts vijf procent van de
woningen en kantoren heeft geen warmtepomp.
De metingen van stikstofdepositie en CO2-uitstoot
zijn in 2031 gestaakt; ze waren verwaarloosbaar
klein geworden. In de Amsterdamse
grachten zijn forellen waargenomen. Onder de
Magere Brug heeft zich een beverpaar gevestigd.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek
werken Nederlanders gemiddeld 17,3 uur
per week, in aanvulling op het basisinkomen.
Dat werd tijdens de Schok geïntroduceerd als
onderdeel van de Wet-Klaver, de Nederlandse
uitwerking van de Europese Transitiewet 2022.
De Wet heeft veel veranderd. De helft van de
woningvoorraad is nu in handen van woningcorporaties.
Kredietverlening voldoet aan de
RvF-eis (‘Reëel voor Financieel’) die De Nederlandsche
Bank sinds de Wet mag opleggen; private
schulden, met name hypotheken, zijn sterk
gedaald. Huizenprijzen groeien al een decennium
stabiel met inkomens mee. Loonbelasting en
btw zijn verlaagd. Overheidsinkomsten komen
voor 85 procent uit de waardestijging van vastgoed,
zodat speculatie niet meer loont. Private
kapitaalstromen zijn binnen Europa grotendeels
verdwenen; de Europese Centrale Bank
faciliteert publieke, RvF-consistente kapitaalstromen.
Dat heeft rust gegeven, en ruimte voor
innovatie. Zuid-Europese inkomens naderen
gestaag de Noord-Europese niveaus, geholpen
door de sterk toegenomen vraag naar Made in
Europe-producten.
Zou het zo gaan? Het lijkt geen erg realistisch
scenario, in ieder geval geen toekomstbeeld dat
het Centraal Planbureau of een zichzelf respecterende
denktank voor zijn rekening wil nemen.
Maar het is wel een antwoord op de problemen
die het virus ons toont.
Het virus legt de vinger op de zere plekken
in onze economie. De wereld is ongelooflijk
complex, de problemen die we hebben zijn
veelvormig. Hoe hangen ze samen? Het is een
vraag waar onze intelligentste denkers niet uitkomen.
En ziedaar, een nietig bolletje eiwitten
en dna zoomt met grote precisie in op onze pijnpunten
die één ding gemeen hebben: ze creëren
kwetsbaarheid voor Covid-19. Een raadselachtige
eigenschap, die niemand had kunnen
bevroeden. Alsof het virus bedoeld is om problemen
zichtbaar te maken.
Het virus dwingt ons industriële luchtvervuiling
te reduceren, om auto en vliegtuig te laten
staan. Het virus hakt in op alles wat zich moet
verplaatsen. De mondiale productieketens vallen
goeddeels stil. De schoorstenen in China roken
zodat elders meer geconsumeerd kan worden –
maar nu even een stuk minder. In Europa treedt
verstarring op in de auto-industrie, in de ketens
die ons met verwoestende gevolgen voorzien van
de dertien miljoen auto’s in dit land.
En het geldt niet alleen voor onze overmatige
productie en verplaatsing. Het virus is ook een
lakmoesproef die sociale kwetsbaarheid zichtbaar
maakt, in de vorm van economische ontreddering.
Die – om maar een voorbeeld te noemen
– de Afro-Amerikaanse gemeenschap zo keihard
treft dat zelfs president Donald Trump moest
erkennen dat er diepere problemen dan alleen
het virus achter die kwetsbaarheid schuilgaan.
Het zijn de sociaal-economische lessen van dr.
Covid. Waar sterker bezuinigd is op gezondheidszorg
en sociale verzekeringen, waar de
ongelijkheid in inkomens groter is, waar de
baanzekerheid kleiner is en de financiële kwetsbaarheid
schrijnender, daar valt de economie
sneller uit elkaar. Ouderwets gezegd: waar het
kapitaal sterker profiteerde van uitbuiting van
arbeid, zit men nu dieper in de penarie.
De flexibele schil, waar bedrijven zo goedkoop
mee konden werken, valt als eerste af.
Plotseling zijn zzp’ers, micro-entrepreneurs en
Uber-chauffeurs niet langer een oplossing voor
bedrijven, maar een probleem voor de maatschappij.
Er zijn eenvoudig te veel economisch
zwakkeren, en er is te weinig administratieve
infrastructuur om snel genoeg geld op hun bankrekening
te krijgen.
Veertig procent van de Amerikanen en Britten
heeft niet eens de paar honderd dollars en
ponden voor een nieuwe koelkast. Dus blijven de
kwetsbaren werken, overspoelen ze de ziekenhuizen,
snijden ze in hun uitgaven. De vraaguitval is
enorm. Covid-19 maakte van hun kwetsbaarheid
een acuut macro-economisch probleem.
Zeg niet dat daar een zekere rechtvaardigheid
in zit: hoe ga je dat uitleggen aan zeventien miljoen
werkloze Amerikanen? Het is een bruut feit.
Zoals Arnon Grunberg onlangs schreef: Amerika
was al lang een derdewereldland. De pandemie
maakt het pijnlijk duidelijk.
Waar de economie dreef op de groei van schulden,
is de terugslag nu groter. Lenen is problematisch
geworden, leningen doorrollen moeilijk. De
last van afbetaling en rente kan plotseling het verschil
zijn tussen failliet gaan en overleven.
Ook de obesitas-epidemie wreekt zich. Onder
het mom van eigen keuzes van mondige burgers
en vrijheid van reclame werd de volksgezondheid
ondergraven. Alweer is Amerika het extreme
voorbeeld, dankzij onbereikbare gezonde
voeding in stedelijke food deserts en een dodelijke
combinatie van endemische beeldschermverslaving
met te veel antidepressiva, alcohol snoepreclame en fastfoodgelegenheden. En ook wij ontsnappen er niet aan. De helft van de
Nederlandse volwassen bevolking heeft ernstig
overgewicht, maar op de IC zijn dat er negen van
de tien.
Zoals het virus lichamen vernielt, zo ontzielt
de plaag van het massatoerisme onze oude
steden. Een stad als Venetië is volkomen verziekt.
Het virus bevrijdde ook Venetië van zijn
kwelgeesten.
Vervuiling, uitbuiting, schulden, ongelijkheid,
welvaartsziekten, massatoerisme – het
zijn de grote problemen van onze tijd. Ze worden
allemaal in één klap blootgelegd door Covid-
19. Kijk: dit gebeurt er als je de zaken zo inricht.
Het virus leert ons een lesje. De vraag is nu: wat
doen we ermee? Want lessen zijn nog geen handelingsperspectief.
Dat perspectief bieden scenario’s
wel: ze schetsen een verbeelde toekomst, als
stip op de horizon. Maar te veel scenario’s laten
niets aan die verbeelding over. Ze zijn geschreven
alsof we geen keuzeruimte hebben. Het zijn
‘Tina’-scenario’s, naar de beruchte woorden van
Margaret Thatcher: There Is No Alternative. Niet
de verbeelding is aan de macht, maar de doorgetrokken
lijnen. Het enige wat in deze scenario’s
varieert is de duur van de contactbeperkingen
en de gradaties van overheidsbeleid. Geld
bijdrukken leidt tot wat meer of minder inflatie.
De rente gaat daardoor stijgen, of toch niet. Vitale
infrastructuur wordt genationaliseerd en weer
naar de beurs gebracht. Ons bbp herstelt zich na
drie of zes jaar. Enzovoort.
In dit frame denken we na over variaties in
uitkomsten die best groot kunnen zijn op de
schaal van de pre-corona economie – maar die
niets te maken hebben met de lessen die het
virus ons leert. Het zijn de omtrekken van het
kapitalisme zoals we dat kenden. Duitsland
kan niet wachten om zijn auto-industrie weer
op te starten. klm hoopt snel alle 164 vliegtuigen
weer de lucht in te krijgen. Venetië wil in de
herfst weer toeristen kunnen verwelkomen. Dat
het business as usual wordt ligt vast; de vraag is
alleen hoe snel.
Maar de toekomst ligt niet vast. De stappen
die we nu zetten, bepalen welke toekomst we
krijgen, zei schrijver en natuurkundige Paolo
Giordano nog vorige week. We moeten uitzicht
hebben op een alternatieve toekomst. We
moeten wensdenken op een breukvlak van de
geschiedenis.
Helaas voor de wensdenkers is er een catch
22. Als de contactbeperkingen lang duren (zes
maanden of meer) is de oude orde kapot. Dan
is er geen geld om te investeren in een transitie.
Als we over twee maanden alweer aan het werk
kunnen, herstelt de oude orde redelijk – en is de
druk tot hervormen afwezig.
We moeten de onhoudbare vorm van kapitalisme
– met zijn ongelijkheid, zijn schulden, zijn
vervuiling, zijn extreme kwetsbaarheid – niet
willen ruïneren. We moeten de markteconomie
redden van zichzelf, met doortastende hervormingen.
Maar we moeten ook blijven wensdenken,
en we moeten genoeg geschrokken zijn
van de lessen van het virus om te beginnen met
echte verandering. Anders raken we verstrikt in
de Tina-werkelijkheid.
Steun geen bedrijven die gezondheid en milieu
ondermijnen, of die een financieel casino in de
lucht houden. Geef de rest liquiditeit op voorwaarde
van verduurzaming en schuldherstructurering.
Laat aandeelhouders en schuldeisers meebetalen.
Bescherm de lonen. Houd een beperkte
vorm van basisinkomen vast. Organiseer een sociale
verzekering voor zzp’ers. Verander het belastingsysteem:
progressiever, en met meer kapitaalbelasting.
Er is genoeg om mee te beginnen
De schok van dit virus hebben we van onze
levensdagen nog niet meegemaakt, en daarom
moeten we de analyse van dr. Covid de rest van
ons leven voor ogen houden. We moeten koersen
op scenario’s buiten de doorgetrokken lijntjes.
Die zijn op langere termijn wel degelijk haalbaar,
- met de lessen van dr. Covid als leidraad.