Rob wijnberg. Correspondent: America the failed state
Dit is niet wat Amerika is’, sprak aankomend president Joe Biden vlak na de bestorming van het Capitool. ‘Dit is niet wie wij zijn.’
O ja?
Ik zag de gebeurtenissen in de Amerikaanse hoofdstad van de afgelopen dagen en dacht: dit is Amerika in een notendop. Gewelddadig, racistisch, gepolariseerd, antidemocratisch en bevangen door waanideeën en ideologisch zelfbedrog.
Is Amerika immers niet gesticht door een gewelddadige machtsgreep? Werd het niet gebouwd op geïnstitutionaliseerd racisme, de slavernij, en het recht van de sterkste verpakt als individuele vrijheid, het vrijemarktkapitalisme? Was het niet al in den beginne de Divided States of America, verdeeld in kust versus platteland, noord versus zuid, rijk versus arm?
Wordt het niet al decennia bestuurd door een politieke elite die haar oor laat hangen naar het grootkapitaal dat haar financiert? Bestaat de nationale identiteit niet altijd al uit een samenraapsel van mythes (‘the American Dream’) en nepnieuws over zichzelf (‘American exceptionalism’)?
Is de doorsnee Amerikaan niet sowieso het slachtoffer van een propagandamachine, bestaande uit het nationaal indoctrinatieprogramma beter bekend als het Amerikaanse onderwijs; een hypercommerciële pers die in essentie bestaat uit politieke pr-apparaten vermomd als nieuwszenders; en een vermaakindustrie in de heuvels van Hollywood die nog nationalistischer is dan het staatsjournaal van Noord-Korea?
Een misleide meute, aangespoord door een pathologisch liegende miljardair, gedoogd door een racistisch politiekorps, die met geweld het recht in eigen hand neemt uit patriottische zelfoverschatting en diepgewortelde minachting voor De Ander: Amerikaanser wordt het niet.
De mythe die Amerika heet
Het ongeloof waarmee de wereld aanschouwt wat zich in Washington DC ontvouwt is natuurlijk wel begrijpelijk: in feite glijdt een van de machtigste landen op aarde voor onze ogen af naar een vorm van burgeroorlog.
Maar dat ongeloof verraadt tegelijkertijd de hardnekkige illusies die wij, en Amerika zelf, kennelijk nog steeds over het land koesteren: alsof dit alleen in failed states gebeurt. Venezuela, Somalië, Zuid-Soedan – dat werk.
Maar de Verenigde Staten?
Het punt is alleen: Amerika is in allerlei opzichten een failed state, zij het toevallig eentje met het bbp van een wereldmacht. Wie naar de feiten kijkt, snapt niet waarom Amerika als vanzelfsprekend tot de ‘ontwikkelde wereld’ wordt gerekend in plaats van tot de ontwikkelingslanden.
Het land kent twintig keer zoveel moorden met een vuurwapen als een gemiddeld westers land. De levensverwachting in grote delen van Amerika is lagerdan die in een land als Bangladesh of Nicaragua.
Het is het enige geïndustrialiseerde land met miljoenen burgers zonder zorgverzekering. Het kent het hoogste aantal tienerzwangerschappen in de westerse wereld. Het is een van drie landen op aarde die het recht op ouderschapsverlof niet wettelijk garandeert – de andere twee zijn Swaziland en Papoea-Nieuw-Guinea.
Het land is zo ongelijk als een feodale staat in de middeleeuwen: de armste helft van de bevolking heeft minder kapitaal is dan de rijkste drie Amerikanen. De infrastructuur is volledig in verval – bijna de helft van de Amerikanen heeft geen toegang tot openbaar vervoer en een op de negen bruggen staat letterlijk op instorten. En, op één na, telt geen land zoveel gedetineerden per hoofd van de bevolking als Amerika (716 gevangenen per 100.000 inwoners) – meer dan Rusland en China bij elkaar opgeteld. Dat ene land dat een groter deel van z’n bevolking achter tralies heeft zitten? Noord-Korea.
Lees ook: ‘Six Ways America Is Like a Third-World Country’ van Rolling Stone.
Trump, de eerlijkste president van Amerika
In die zin zou je, hoe absurd dat ook klinkt, kunnen stellen dat Donald J. Trump naast de meest leugenachtige ook de eerlijkste president in de moderne geschiedenis van Amerika is geweest: hij toonde ons haar ware gezicht, achter de façade van wapperende vlaggen en ronkende retoriek over vrijheid, democratie en multiculturalisme.
‘Trump toonde ons haar ware gezicht, achter de façade van wapperende vlaggen en ronkende retoriek over vrijheid, democratie en multiculturalisme’
63 miljoen Amerikanen stemden op een man die Mexicanen verkrachters noemde, moslims toegang tot het land wilde ontzeggen, geweld openlijk verheerlijkte, weigerde afstand te nemen van de Ku Klux Klan en andere neonazi’s, mannen aanspoorde vrouwen aan te randen en herhaaldelijk dreigde om zijn directe politieke opponent in de gevangenis te gooien zodra hij de verkiezingen zou winnen.
Nu zijn we vier jaar, twintigduizend onwaarheden, 300.000 coronadoden, de grootste economische terugval sinds de jaren dertig, een mislukte afzettingsprocedure en de belofte de uitslag van verloren verkiezingen bij voorbaat niet te erkennen verder – en nog eens 74 miljoen Amerikanen brachten hun stem op diezelfde man uit. Elf miljoen meer dan de eerste keer.
Hoezo, ‘dit is niet wie wij zijn’, Joe? Misschien toch nog eens in de spiegel kijken? Erkenning, niet ontkenning, is de kiem van verandering.